Raymond van de Ven (1975 Osnabrück West Duitsland) is 4 jaar oud als hij zijn eerste gedicht schrijft. Zijn stijl kenmerkt zich dan door totale betekenisloosheid en minachting voor de grammatica en spellingsregels. Toch gaat hij tegen het advies van de kleuterleidsters juf Marjan, juf Hilde en meester Karl Heinz door met het zodanig ritmisch rangschikken van woorden dat nauwelijks te bevatten gedichten ontstaan. Dit is zo tegen het zere been van Juf Marjan († Bramsche 1980) dat ze een petitie start om van de Ven van de kleuterschool te krijgen. Meester Karl Heinz (†Osnabrück 1980) en Juf Hilde († Otterloo 1980) weten de ouders van Raymond te bewegen hun heil ergens anders te zoeken en het gezin verhuist naar Eindhoven. Hier volgt een periode van relatieve rust op het dichterlijk vlak. Hij schrijft pas weer gedichten als het gezin naar Middelburg verhuist en Raymond romantische gevoelens wil opwekken bij het andere geslacht. Dit mislukt jammerlijk. Drie vrouwen die onderwerp zijn geworden van zijn poëtische pennevruchten verhuizen naar Antarctica, de Galapagos eilanden en een onbewoond naamloos gebleven eiland in de stille zuidzee
Hierna gooit Raymond het over een andere boeg. Vanaf nu schrijft hij alleen nog maar heldere en humoristisch bedoelde gedichten. Als stadsdichter van Middelburg (2020 en 2021) haalt hij diverse malen de landelijke media. Zijn gedichten zijn volgens sommigen gelaagd, speels en getuigen van liefde voor de Nederlandse taal. Anderen vinden zijn gedichten weerzinwekkende gedrochten en gruwen van de gedachte ooit nog een gedicht van zijn hand aan te moeten horen. Vast familie van juf Marjan, juf Hildegard en meester Karl Heinz, denkt Raymond dan.